Minister Asscher loopt Sint Maarten

Sint Maarten vlak1Gisteren hoorde ik op de radio een interview over werkstress. Ik veerde op om eens aandachtig te luisteren. Stress op de werkvloer is toegenomen, zo blijkt uit onderzoek van TNO. Naar schatting 1 op 7 Nederlanders heeft last van werkstress! Vorig jaar waren het nog 1 op 8 werknemers die leden onder werkstress.

Het is een trieste vaststelling, maar verbazen doet het me niet.  Veel mensen om me heen ervaren een hoge werkdruk, hebben veel ballen in de lucht te houden en willen het ook nog allemaal heel goed doen! De perfecte mix om werkstress te ervaren.

In maart van dit jaar kwamen cijfers van het CBS naar buiten waaruit blijkt dat er in Nederland voor het eerst meer mensen arbeidsongeschikt zijn door psychische klachten dan door lichamelijke klachten. Onder jonge werknemers is dit percentage nóg hoger. De verwachting is dat deze tendens zich voortzet. Voor werknemers en werkgevers is het een must hier rekening mee te houden.

Minister Asscher, die volgende week de Week van de Werkstress aftrapt, kon niet reageren tijdens de uitzending omdat hij gisterenavond Sint Maarten met zijn kinderen liep. Ik zeg hoera voor minister Asscher, die geeft in ieder geval het goede voorbeeld als het gaat om het zoeken naar balans tussen je werk en je privéleven.

Denkend aan Sint Maarten gaan mijn gedachten terug naar mijn jeugd in Groningen. Sint Maarten was een hoogtepunt voor ons. Op school knutselden we een prachtige lampion en op 11 november gingen we zingend langs zo veel mogelijk deuren!

Eén liedje ging als volgt (in het Gronings):

Sint Martinus Bisschop    –    Mit zien roege muts op    –    Mit zien lange stevels aan    –    Doar komt Sint Martinus aan

Vaak zongen we alleen dit couplet. Het was lekker kort en je kon zo snel mogelijk door naar het volgende adres. Maar eigenlijk hoorde er nog een couplet bij:

Geef mie ‘n appel of ‘n peer    –    Kom ‘t haile joar nait weer    –    Haile joar dat duurt zo laank    –    Dat mien lichie is opgebraand.

En dit couplet brengt me weer terug bij waar dit stukje mee begon, werkstress. Met de functionerings- en/of beoordelingsgesprekken in het vooruitzicht is het voor zowel werknemers als werkgevers belangrijk zich te realiseren waar je over wilt spreken. Met een appel of een peer was een kinderhand vroeger gevuld, nu is het belangrijk om niet alleen over de primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden te spreken maar ook over de tertiaire arbeidsvoorwaarden. Deze categorie arbeidsvoorwaarden is eerder gericht op het ‘welzijn’ van de werknemer dan op zijn of haar portemonnee.

Openlijk met elkaar spreken over het welzijn van de medewerkers is van groot belang om mogelijke werkstress op te sporen en op te lossen. Want als je nog een heel jaar wacht, is het lichtje van de werknemer misschien wel opgebrand…?

Haile joar dat duurt zo laank, dat mien lichie is opgebraand…..

 

Reageer